donderdag, augustus 13, 2009

Mijn 110 boekenplanken


In juni 2009 ging ik samenwonen met MGL, mijn 3.000 boeken meeslepend. Ze staan op hun 110 boekenplanken (ik tel de zolder niet mee) en ze zijn me (bijna) allemaal dierbaar. Op de foto hiernaast is de woonkamerkast te zien met mijn fictie-alfabet. Ik gooide Nederlands en Engels door elkaar, mikte fantasy, literatuur, spanning op een hoop en dat leverde een alfabet op van zo'n 40 meter. Ik stel u voor: de eerste plank, A1 genaamd.









Mijn leesscore is niet al te best. Ik verzamel boeken die ik graag wil hebben en hoop ze ooit te kunnen lezen. Ik kan niet wachten op mijn geraniumtijd, want dan heb ik tijd en rust (had ik zo gedacht) genoeg om alles te lezen.
Deze plank is geen mooi gemiddelde, want ik heb maar drie boeken ervan gelezen. Eigenlijk smokkel ik dan een beetje, want Waterschapsheuvel las ik niet uit en van de Hitchhiker's Guide heb ik alleen het eerste boek gelezen. Alameddine's De Vertellers is een roman die ik helemaal uit heb gelezen, een dikke pil, maar wonderschoon. Mede daarom staat de Engelse versie, The Hakawati, ernaast. Dubbele boeken staan niet in de kast, maar een Engelse en een (erg goede) Nederlandse vertaling dulden elkaar wel.
Ongelezen op deze plank een paar boeken van Joe Abercrombie (briljant volgens velen) en Daniel Abraham (ook al in twee talen), beide fantasy-auteurs. Richard Adams is met meer boeken vertegenwoordigd dan alleen Waterschapsheuvel. Zijn Twee honden en Shardik vind je in elk antiquariaat, naast zijn beroemde konijnenboek. Een Adams die ik koester is De IJzeren Wolf, een prachtig geïllustreerde verhalenbundel. Een vrij recente aanwinst in mijn verzameling is het boek van Mitch Albom, The Five People You Meet in Heaven. Zijn boeken roepen me al langer, maar het hemelse concept gaf me de kriebels. Ik ben toch maar overstag gegaan, want het lijkt me zo'n inspirerend en diepzinnig boek! Het gaat over een man die sterft, naar de hemel gaat en daar vijf sleutelfiguren tegenkomt. Een concept dat mede tot leven komt (no pun intended) door de schrijfstijl van Albom, verwacht ik. Het enige sf-boek op deze plank is een verhalenbundel van Brian Aldiss, op wiens korte verhaal Supertoys Last All Summer Long de film AI (Artificial Intelligence) met Jude Law als oppervlakkige seks-robot en Haley Joel Osment ("I See Dead People") als kleine robot, die zo graag een echt jongetje wil zijn (Pinokkio-elementjes). Als laatste vind ik op A1 een waargebeurde roman, Antonina's dierentuin, van Diane Ackerman uit 2008. Het is het relaas van de dierentuin van Warschau en de dappere eigenaren ervan. Antonina en haar man Jan verloren veel dieren, maar hielpen honderden Joden onderduiken in de leegstaande verblijven. Beestenverhalen vind ik altijd de moeite waard, aangezien beesten mij NOG dierbaarder zijn dan boeken. Helaas zijn ze vaak ontzettend treurig. Na Giraffe van J.M. Ledgard en een aantal tranentrekkende olifantenboeken, kan ik even de moed niet opbrengen aan Ackermans boek te beginnen. Ik bewaar het voor achter de geraniums, als ik iets door de wol geverfder ben.

Beginzinnen zijn mijn kleine liefdetjes. De Vertellers begint zo: "Luister. Laat me je god zijn. Laat me je meevoeren op een reis die je verbeelding overtreft. Laat me je een verhaal vertellen." Ha, heerlijk toch?
Alboms boek heeft als opening: "This is a story about a man named Eddie and it begins at the end, with Eddie dying in the sun. It might seem strange to start a story with an ending. But all endings are also beginnings. We just don't know it at the time." Ik vind verhalende verhalen geweldig. Verhalen die snappen dat ze aan het vertellen zijn.

ps: vergeet ik toch een boekje. Het mooi uitgevoerde De Kostschool van meneer Beer van L.M. Alcott. Het is een vertaling van Little Men, een vervolg op Alcotts bekendste boek Little Women. Het is geschreven in 1871 en deze vertaling is van 1937.