Een naamloze verteller biedt in ‘Van dode mannen win je niet’
en kijkje achter de schermen van de vrouwenmishandelaar. Nergens in het boek
wordt expliciet vermeld dat er geslagen wordt, behalve bij de vreemde
robbertjes vechten onderling met ‘vrienden’ van de verteller. Er wordt slechts ‘duidelijk
gemaakt’. Een verhaal om kippenvel van te krijgen…
De verteller blikt terug op verschillende episodes in zijn
leven. Hij is een sjacheraar, doet handeltjes en manipuleert en charmeert
vrouwen relaties in. Hij is daarin heel erg doelgericht, hij zoekt vrouwen waar
hij wat aan heeft en die hij kan manipuleren. Zo is hij een tijdje samen met
Dimphy, de moeder van de twaalfjarige Wesley. De verteller is oprecht gesteld
op met name kinderen en dieren zal hij nooit pijn doen, maar een vrouw
hardhandig ‘opvoeden’ hoort er nu eenmaal bij. Dat zijn vriendin blijkbaar af
en toe een pak slaag nodig heeft, heeft ze aan zichzelf te danken. Hij vindt
zichzelf behoorlijk vriendelijk en liefhebbend als hij voor Dimphy zijn ringen
afdoet, voordat hij los gaat. De verteller weet dat hij een probleem heeft,
maar legt de verantwoording daarvan volledig bij de ander. Zij weet immers dat
hij vervelend wordt doordat zij iets verkeerd doet. Hij weet zijn gedrag soms
nog wel een beetje onder controle te houden, omdat een relatie nog te pril kan
zijn om het te verdragen of omdat het even niet het juiste moment is. Als het
echt mis gaat en hij zijn drift niet meer kan beteugelen, verschijnt die in de
vorm van slangen, die alleen de verteller ziet. Aan het begin van het boek, als
hij aan Wesley begint te vertellen, weet je dat Wesley en zijn moeder gevlucht
zijn. De verteller voelt zich verlaten en onbegrepen en het rare is dat je als
lezer de akelige man nog een beetje sneu gaat vinden ook.
Dat is dan ook meteen het geweldige aan dit boek. Dit kan zo
zijn, dit kan zo gaan. Ik geloof dat vrouwen zich door zo’n handige kerel in
een beklemmende relatie laten leiden. Ik geloof dat ze sorry zeggen, als hij
kwaad wordt, omdat hij zegt dat het haar schuld is. Ik geloof dat ze sorry
zeggen omdat ze huilen, want hij vindt dat vervelend. De manipulatieve handigheid
van de verteller is niet te herkennen als een handigheid. Wat eng, die
realistische weergave van huiselijk geweld. En niet zomaar huiselijk geweld. De
verteller gijzelt de vrouwen in zijn leven stukje bij beetje. Als een relatie
zelfs op zijn manier niet meer werkt of hij moet er teveel moeite in steken,
zoekt hij de volgende vrouw om bij in te trekken en te controleren. In het boek
komt een rijtje ‘wegwerpvrouwen’ langs, die hem uiteindelijk allemaal hebben
verlaten, op verschillende manieren.
Dit boek is in feite verteld aan de afwezige Wesley, zelfs
de dialogen zijn in vertelvorm weergegeven. Een niet heel soepele stijl, maar
eenmaal eraan gewend, trekt het verhaal je toch in een flink tempo door de
bladzijden heen. Met een groeiend gevoel van onheil kijk je door de ogen van de
verteller. De gladde manier van ‘versieren’ (lees: iemands leven overnemen) is
eng door de sluwheid ervan. Het is alsof je als vrouw in de tentakels van een
octopus terecht komt en je simpelweg moet incasseren totdat de zuignappen je
vanzelf los laten of je een weg ziet om te ontsnappen.
De verteller wordt ouder en zoekt op het net ontdekte
internet wat mensen op die hij gekend heeft, waaronder zijn voormalige
stiefzoon Wesley. Wesley is computerspelletjes gaan ontwerpen en programmeren
en de verteller speelt die, of laat anderen die voor hem spelen, omdat hij er
zelf zo onhandig in is. De spelletjes zijn stuk voor stuk afspiegelingen van
hoe Wesley de jaren met de verteller als stiefvader heeft gezien. In de
spelletjes zie je de door de verteller beschreven
gebeurtenissen door de ogen
van Wesley. En daar wringt iets. De verteller trekt alles krom, zodat het voor
hem past en niets zijn schuld is. Dat hij uiteindelijk een onmenselijke rotzak
blijkt te zijn in andermans ogen, vindt hij moeilijk te begrijpen. Hij blijft
die spelletjes maar spelen, alsof hij daarmee zichzelf zal kunnen begrijpen.
En dan denk je, wie is hier nu het slachtoffer?
Walter van den Berg maakte zelf een jeugd met een
gewelddadige stiefvader door. Op de achterflap staat geschreven dat hij ‘in het
hoofd van de man die zijn moeder terroriseerde kroop, om de psychologie van het
geweld te doorgronden’ en dat is exact wat hij heeft gedaan. Zo realistisch dat
het eng is. Indrukwekkend, indringend en akelig.
"En na afloop heb je spijt, want dat gelooft ze"
‘Van dode mannen win je niet’ is geen gezellig en leuk
leesboek. Er zit geen prachtig verhaal in, en geen mooi einde. Maar het is wel
goed, heel erg goed.
Walter van den Berg debuteerde in 2004 met 'De hondenkoning' en volgde dat op met de roman 'West'. Beide boeken werden erg goed ontvangen. Ik denk niet dat dat met dit boek anders gaat zijn. Dit is kwaliteit.
3 opmerkingen:
Mooie gedetailleerde bespreking, en ik deel je mening dat dit een erg goed boek is. Heb het al twee keer doorgelezen.
Dank je!
Goed geschreven bespreking! Wat een beklemmend verhaal is het toch, neergeschreven in eenvoudig taalgebruik. Zeer knap dat door het weglaten van details er juist een verdieping plaatsvindt.
Een reactie posten